Van graan naar architectuur
Al bijna 100 jaar staat ze er. Aan de Ee, in het landschap en aan de rand van het dorp. Veel meegemaakt in die eeuw. Goede en slechte tijden. Een eerste, een tweede en nu een derde leven.
Al bijna 100 jaar staat ze er. Aan de Ee, in het landschap en aan de rand van het dorp. Veel meegemaakt in die eeuw. Goede en slechte tijden. Een eerste, een tweede en nu een derde leven.
Graanmalerij De Eendracht (volledige naam: De Coöperatieve Aankoopvereniging en Graanmalerij De Eendracht) is een voormalige aankoopvereniging en graanmalerij vlak bij het Friese dorpje Burdaard. Het bedrijf was in handen van een aantal boeren in de omgeving. In 1915 werd de graanmalerij opgericht, omdat na de oprichting van zuivelfabriek Concordia in 1898, de behoefte aan beter en meer veevoer een sterke groei doormaakte. Omdat het dorp zelf geen graan verbouwde, vervoerde de fabriek graan richting het dorp, waar het verwerkt werd tot veevoer. Alles werd aangevoerd met binnenschepen. Met een kettingconstructie kon het graan gelost worden.
Halverwege vorige eeuw was er al veel veranderd in de fabriek. Naast veevoer werd er ook kunstmest geproduceerd. Vergrootschaliging had ingetreden en betekende het einde van vele zelfstandige coöperaties. De Eendracht was een van de laatsten die op zou gaan in de grootste coöperatie, de C.A.F. in Leeuwarden.
Na een jaar van leegstand werd het pand in 1967 verkocht. Een periode van verval breekt aan. Het pand krijgt een nieuwe functie als mestdrogerij – in de volksmond een strontfabriek. Helaas een functie welke de verloedering in de hand werkte. Pragmatisch werden er loodsen bij- en aangebouwd en ook het gebouw zelf ontkwam niet aan ‘noodzakelijke’ aanpassingen. Onderhoud was duur en bleef achterwege.
Het tweede leven van De Eendracht was een periode van commotie. Een ware soap. Inwoners verzetten zich hevig tegen de komst van de ‘Stalmest Drogerij Birdaard’ en de manier waarop de eigenaar dhr. Prins de inwoners wist te verleiden of beduvelen en de gemeente om zijn vinger wond door stelselmatig geknoei met vergunningen. De gemeente was in deze periode geen bondgenoot van het gebouw (en dorp). De stinkfabriek mocht blijven staan en werd niet voor de sloop behouden door het afgeven van een monumentenstatus. Een belangrijke beslissing viel uiteindelijk wel gunstig uit. Op het terrein van mochten geen nieuwe woningen gebouwd worden. Een status welke een jarenlange patstelling opleverde en het waarin het gebouw ten prooi viel aan de jeugd in Burdaard.
Na een vijftien jaar van stilstand kwam een nieuwe toekomst in zicht voor De Eendracht. Dhr. Prins kwam op leeftijd, het architectenbureau kwam in beeld, de lokale aannemer/ontwikkelaar zag mogelijkheden voor de resterende grond en de gemeente gaf het laatste zetje voor een nieuw hoofdstuk.
De Eendracht was in een slechte staat, maar nog altijd een goede basis met veel karakter. Het gebouw is dan ook niet gerestaureerd naar haar oorsprong, maar ze heeft een transformatie ondergaan. In de geest van haar robuuste voorkomen en rekening houdend met de twee nieuwe functies – een woonhuis en architectenbureau – is ze herrezen tot een trots gebouw aan de Ee.